In de context van Design for R draait Rotten om een simpele maar krachtige vraag:
Kan dit product vergaan zoals een appel dat doet? Niet alles hoeft voor eeuwig mee. Soms is de slimste strategie juist om iets zó te ontwerpen dat het aan het eind van z’n leven vanzelf uit elkaar valt.
Als hobby tuinder besteed ik veel aandacht aan mijn compost. Groen materiaal uit mijn keuken, mijn tuin en het konijnenhok werp ik in het compostvat. Met een beetje aandacht en inspanning gebruik ik dit het volgende jaar als voedingsrijke grond voor zelf te kweken groenten. Met die interesse kijk ik ook naar dagelijkse dingen.

Zo was ik bezoeker van festival Madnes op Ameland en kwam daar de stand tegen van Sea-events De borden hadden al mijn aandacht gekregen. Wat vooral mijn oog ving was de bakken met afval die in een grote roestvrijstalen machine werden geworpen. Een vriendelijke vrijwilliger wees me op het managent van dit kleine fabriekje. We spraken over composteren in het algemeen en de machine die zij gebruiken. Dit is namelijk een snelcomposteerder. Hierin werpen ze al het afval van het festival zoals etensresten, borden, bestek groenafval, servetten etc. Horeca aanbieders op het festival werden dan ook verplicht wegwerp verpakkingen te te gebruiken die geschikt zij voor dit composteer proces. Bij het openen van de machine zag ik een massa van afval bewegen en vooral dampen van de warmte. De machine blijkt middels bacteriën een hoge temperatuur te behalen bij het composteren waardoor alles snel afbreekt tot compost. Zelfs citrus schillen en bananenschillen die ik zelf thuis niet het compostvat werp omdat deze een te lange composteertijd hebben. De machine houdt slechts de massa in beweging en hakselt de grote stukken kleiner.
Bij deze R is de strategie: Niet alles hoeft voor eeuwig mee. Soms is de slimste strategie juist om iets zó te ontwerpen dat het aan het eind van z’n leven vanzelf uit elkaar valt. Biologisch afbreekbaar, composteerbaar, en terug te geven aan de natuur.

Denk aan verpakkingen van bio-plastic, producten van mycelium, of vezelrijke materialen die niet belanden op de afvalberg, maar op de composthoop.
Dat is Rotten: bewust ontwerpen voor vergankelijkheid.
Wanneer is Rotten relevant?
- Voor eenmalig gebruik – Denk aan bestek, koffiebekers, landbouwtoepassingen, labels of verpakkingen.
- Als er geen retourstroom is – Bijvoorbeeld bij festivals of outdoor events waar inzameling lastig is.
- Wanneer terug naar de natuur wenselijk is – Denk aan tuinbouwproducten of tijdelijke architectuur.
Let op: composteerbaar is niet per definitie duurzaam.
Het idee is aantrekkelijk: een product dat vanzelf verdwijnt. Maar het is geen vrijbrief. Niet elk ‘biologisch afbreekbaar’ product is ook echt goed voor de aarde. De omstandigheden waarin iets composteert (industrieel versus thuiscomposteerbaar) en de reststoffen die overblijven zijn net zo belangrijk.
Daarom is Rotten als strategie alleen waardevol als:
- het materiaal zuiver genoeg is om terug de natuur in te mogen
- het product écht terechtkomt waar composteren ook gebeurt
- het alternatief (bijv. recycling) niet zinvoller is
Rotten is niet de makkelijke weg, wel een natuurlijke
Rotten vraagt om bewuste materiaalkeuzes en een eerlijk verhaal naar de gebruiker. Het is geen gimmick, maar een krachtige optie in het ontwerppalet. Soms is de beste oplossing om iets niet te behouden, maar los te laten – letterlijk.
Dus ja, soms ontwerpen we om dingen te laten vergaan. En dat is oké – zolang het goed doordacht is.
Wil je weten hoe je dit in jouw producten toepast of een ontwerpstrategie ontwikkelt waarbij vergankelijkheid en circulair gebruik hand in hand gaan?
Bij Laudea helpen we je graag met praktische oplossingen van concept tot realisatie. Neem contact op en ontdek de mogelijkheden.
Reactie plaatsen
Reacties